Mag de behandelend arts een ‘Fit to Fly’-verklaring afgeven?

Juriste Yacintha Koorevaar kreeg van een internist in het ziekenhuis de vraag of hij een ‘Fit to Fly’-verklaring mag afgeven voor zijn patiënt.

Zijn gezondheid ging namelijk hard achteruit en hij wilde op korte termijn met het vliegtuig naar Turkije. De familie vroeg de arts deze verklaring te ondertekenen ten behoeve van het Turks consulaat. Maar mag de behandelend arts zomaar een ‘Fit to Fly’ afgeven? Yacintha zocht het uit!

Wat is een 'Fit to Fly'?

Het ‘Fit-to-Fly’-document is een door een medicus afgegeven verklaring. Hierin staat vermeld dat de algehele conditie van de reiziger geen belemmering vormt om met het vliegtuig te reizen. Veel luchtvaartmaatschappijen stellen een ‘Fit to fly’-document verplicht voor zieke of gewonde reizigers. Een ‘Fit to Fly’-verklaring dient ingevuld te worden wanneer er twijfel is over de geschiktheid om te reizen als gevolg van een recente ziekte, ziekenhuisopname, letsel of een operatie. Ook in het geval van een bestaande onstabiele medische conditie of als de reiziger medische apparatuur of therapeutische zuurstof aan boord wenst te gebruiken.

Luchtvaartmaatschappijen vragen om een ‘Fit to Fly’-verklaring omdat ze geen verantwoordelijkheid voor de zieke of gewonde reiziger willen dragen.

Een medische verklaring is een schriftelijke verklaring die een oordeel bevat over een patiënt en over de (medische) geschiktheid of ongeschiktheid van een patiënt om bepaalde dingen wel of niet te doen. Volgens de KNMG-regels en de tuchtrechter is het een behandelend arts niet toegestaan een dergelijke verklaring af te geven over eigen patiënten. De arts mag desgevraagd en met toestemming van de patiënt wel feitelijke gegevens verstrekken (‘ik heb bij mijnheer een stollingsziekte geconstateerd’), maar daarover geen oordeel geven (‘de conditie van mijnheer vormt geen belemmering om met het vliegtuig te reizen’).

Medisch oordeel

Dit heeft te maken met het feit dat een medisch oordeel vraagt om een onderzoek door een arts die onafhankelijk en deskundig is. De eigen arts ontbeert onafhankelijkheid en is ook niet altijd deskundig op het betreffende terrein. Een geneeskundige verklaring mag alleen worden afgegeven door een onafhankelijke arts, die een onafhankelijke beoordeling kan maken van de situatie. Naast de onafhankelijkheid dient de arts die de verklaring afgeeft goed te weten welke zaken wel en niet van belang zijn voor de beoordeling en welke criteria van toepassing zijn.

Verder is in een behandelrelatie relevant dat de behandelend arts zich moet kunnen concentreren op de behandeling. Een goede vertrouwensrelatie met de patiënt is daarvoor belangrijk. Die vertrouwensrelatie kan onder druk komen te staan wanneer de arts een voor de patiënt ongunstig oordeel geeft en er een belangenconflict ontstaat. Om dit te voorkomen moet er een scherpe grens zijn tussen de behandeling en het beoordelen of een patiënt geschikt is om bepaalde activiteiten te doen. Op deze manier staat niets de patiënt in de weg om zijn arts alle informatie te geven die noodzakelijk is voor zijn behandeling.

De KNMG ontraadt dan ook sterk het ondertekenen van iedere medische verklaring, ook al verzoekt de patiënt daar nadrukkelijk zelf om. De tuchtrechter steunt dit standpunt en heeft weinig coulance met artsen die deze norm schenden. Zo oordeelde de tuchtrechter dat een specialist ouderengeneeskunde in strijd heeft gehandeld met de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens. Dit kwam doordat de specialist een verklaring afgaf waarin een (medisch) oordeel is opgenomen over patiënte en haar gezondheidstoestand. De arts had zeer zorgvuldig, objectief en deskundig te werk moeten gaan. Zij heeft zich niet beperkt tot het verstrekken van feitelijke en relevante medische gegevens maar heeft ook een conclusie gepresenteerd, die niet wordt ondersteund door objectieve gegevens.

Feitelijke medische gegevens

Feitelijke medische gegevens mogen met toestemming van de patiënt wel worden verstrekt. De arts kan dan een afschrift van een gedeelte van zijn medisch dossier verstrekken, waarin bepaalde belangrijke feiten over zijn gezondheidstoestand zijn vermeld (bijvoorbeeld de uitslag van een bloedonderzoek of de uitslag van een meting van diens gezichtsvermogen).

De arts dient daarbij alert te zijn niet meer medische informatie te verstrekken dan strikt noodzakelijk is en geen uitspraken te doen over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid om te vliegen. In alle situaties geeft de arts de medische gegevens aan de patiënt en niet rechtstreeks aan de luchtvaartmaatschappij.

Op deze manier geeft de verstrekte informatie niet de garantie dat de patiënt ook daadwerkelijk zou kunnen vliegen en er niets kan gebeuren tijdens de vlucht. Uiteindelijk bepaalt de luchtvaartmaatschappij dat, al dan niet met een verklaring van een onafhankelijk arts. Wanneer er iets met de patiënt gebeurt tijdens de vlucht is de behandelend arts dan ook niet aansprakelijk.

Speciale keuringscentra met onafhankelijke artsen kunnen wel een ‘Fit to Fly-verklaring afgeven. Daarnaast beschikken sommige luchtvaartmaatschappijen zelf over een medische dienst of kunnen een onafhankelijke arts regelen. Ook kan de behandelend arts contact zoeken met een ter zake deskundige arts waarbij die patiënt niet onder behandeling staat.

Conclusie

De behandelend arts mag geen ‘Fit to Fly’-verklaring ondertekenen. Deze beoordeling van de patiënt moet de behandelend arts overlaten aan een onafhankelijke en deskundige arts. Het is dan aan deze arts om te besluiten de verklaring al dan niet te ondertekenen.